Hompeltje en Pompeltje
Hompeltje en Pompeltje die klommen op een berg
Hompeltje was een kaboutertje en Pompeltje een dwerg
Ze klommen hoog tot in het topje en schudden met hun kopje
Toen zijn ze de berg in gekropen en niemand heeft ze meer zien lopen
Daar liggen ze nu op een oor... snurk)
Luister eens , ik geloof dat ik ze hoor
Hompeltje... Pompeltje... daar zijn ze weer
Bewegingen
Hompeltje en Pompeltje die klommen op een berg (duimen 'klimmen' omhoog)
Hompeltje is een kabouter en Pompeltje een dwerg (duimen zijn dan een voor een op de voorgrond)
Ze klommen hoog tot aan het topje (duimen klimmen hoger en hoger)
En schudden met hun kopje (duimen gaan heen en weer)
Toen zijn zij een berg ingekropen (duimen verstoppen zich in de handen)
En niemand zag ze ooit nog lopen (duimen blijven in de hand en de handen zakken naar beneden en maken dan een 'waar-zijn-ze-nou-gebaar')
Ze slapen zachtjes op een oor (met de handen maak je een kussen voor onder je hoofd)
Ik geloof dat ik ze hoor... (zachtjes snurken)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten